De grote werking van kleine scholen

Het kleine minieme gebouw geeft een beeld van één van de pedagogieke succesverhalen op het platteland in de pré-industrieële tijd. Geïnitieerd en gefinancierd door de buurschappen als kleinste dorpelijke eenheden van samenleving ontstonden na 1750 veeltallige van deze kleine schoolse instellingen als uitdrukking van een onvervalste onderwijsbeweging “van onderen” en als kiemcel van de latere lagere scholen in de 19e eeuw.

Onderwijs voor –bijna- iedereen

60 leerlingen kregen hier rond 1800 les, ook dit was een teken van groot engagement, waarmee de eigenaren van de buurschappen het onderwijs van hun dorpskinderen bevorderden. Tegen deze tijd konden wel meer dan 80 % van de jongelui lezen, toen ze de school verlieten. Dit was niet op de laatste plaats de verdienste van de hier lesgevende leraren, die veelal uit handwerksberoepen kwamen, zich de noodzakelijke onderwijskennis toeëigenden en daarmee de eerste stappen namen in richting van de professionalisering van het lerarenberoep op het platteland.