De bezwaarlijke weg tot het pannenbier

Toen Georg Quatmann in 1803 de opdracht tot de nieuwbouw van het hoofdhuis gaf, kon hij niet voorzien, hoe zenuwslopend zich de volgende drie jaar zouden ontwikkelen. Op 30 mei schreef hij in zijn dagboek: “ De 30e hebben wij ruzie gehad en zijn gestopt met de kamers. Pas in 1804 zijn wij weer begonnen, op deze 14e september.” Op 5 juni 1805 kwam het dan tot het “opvijzelen” van dit huis. Het op de zolder vertimmerde vakwerk van het huis werd opgezet en aansluitend werden de vakken vermetseld. 45 meter is het huis nu lang en de standaards zijn tot 60 cm dik.

Modern, warm en rookvrij wonen

Ook de Quatmannshoeve is een typische hallenhuisboerderij. Loopt men door de geweldige hal, zo loopt men op een zogenaamde scheerwand af, die het stalgedeelte van het huis van de keuken scheidt. Een dergelijke scheerwand werd normaliter altijd dan ingebouwd, als het huis met een schoorsteen was uitgerust. Want de Quatmannhoeve was heel modern voor zijn tijd en telde niet meer tot de “rookhuizen” waarin de rook van het vuur door het hele huis trok. In de keuken, waar de boerenfamilie en de huisgenoten hun maaltijden tot zich namen, was men daarom niet alleen voor de rook maar ook voor de kou tegenover de rest van het huis beschut.